Ruud Maas Geesteranus in zijn jonge jaren

  Ruud Maas Geesteranus

 

  • Periode: 1932-1939
  • Archiefinstelling: Naturalis Biodiversity Center, Leiden
  • Belangrijkste locaties: Den Haag, Wassenaar, Leiden, Nieuwkoop, Hoek van Holland
  • Provincie: Zuid-Holland
  • Soorten: Scholekster, Kievit, Oeverloper, Tureluur, Wulp, Grutto, Zeekoet, Alk, Veldleeuwerik, (Groenlandse) Tapuit, Spreeuw
  • Bron: Dagboek

 

  • Inleiding

In de eerste decennia van de twintigste eeuw kwam het professioneel kijken naar vogels, mede door de bezielende invloed van Jac. P. Thijsse, steeds meer op gang. In Den Haag waren verschillende personen actief (o.a. Alexander Crèvecoeur, Frans Kooijmans, Niko en Luuk Tinbergen, Jan Joost ter Pelkwijk), en anderen). Ruud Maas Geesternanus hoort zeker in dit rijtje thuis, al zijn er geen aanwijzingen dat hij contact had met medevogelaars uit de residentiestad.

 

  • Archiefbeschrijving

Schrift met vogelaantekeningen.

 

  • Ornithologische betekenis

Rudolf Arnold Maas Geesteranus legde vanuit het ouderlijk huis aan de Frankenslag 52 (op een paar km van de kust) de nachtelijke trek in voor- en najaar vast. Ook beschreef hij heel kort de vogelbevolking van de Haagse Escamppolder (nu geheel vol gebouwd). Beschrijft het aanspoelen van met stookolie besmeurde zeevogels op het Noorder- en Zuiderstrand. Deed in de winter  in de vroege ochtend vanuit schuilhut vogelwaarnemingen aan het Verversingskanaal. Geeft vaak gedragswaarnemingen.

 

  • Downloads
Arie Spaans, Transcriptie vogeldagboekje R. A. Maas Geesteranus
PDF – 94,0 KB 240 downloads
Arie Spaans, Haagwinde jrg. 14, nr. 1, 2021, p. 18-19
PDF – 280,5 KB 247 downloads

 

  • Over de archiefvormer

 GEESTERANUS, Ruud Maas, op 20 januari 1911 in Den Haag geboren en op 18 mei 2003 in Oegstgeest overleden. Hij bracht zijn jeugd door in voormalige Nederlands-Indië. Hij studeerde biologie aan de Rijksuniversiteit in Leiden en was van 1935 tot kort voor zijn overlijden verbonden aan het Rijksherbarium aldaar (nu Nationaal Herbarium Nederland en onderdeel van Naturalis Biodiversity Center): eerst als vrijwilliger, daarna achtereenvolgens als assistent en wetenschappelijk medewerker en na zijn pensionering als honorair medewerker. Aanvankelijk specialiseerde hij zich in korstmossen, later richtte hij zijn aandacht op paddenstoelen. Vanwege zijn grote verdienste voor de mycologie werd hij destijds door de Nederlandse Mycologische Vereniging benoemd tot erelid. De vogels waren mogelijk een liefhebberij tijdens zijn studententijd. Hij was ook een natuurfotograaf.

 

  • Bronnen

Spaans A.L. 2021, Een oud, Haags vogelschriftje, Haagwinde 14(1):18-19.